Reis 2019-5

Reis 2019

Update 5: Campersafari
2 juni - 12 juni
Miranda

We lummelen een dagje in Bonito en eten in een wat luxer restaurant. Het eten smaakt heerlijk, maar het compleet uitgestorven grote restaurant maakt het, samen met de onhandige en onwetende ober, een zeer ongemakkelijk diner. 

Nadat we onze was ophalen die ze speciaal voor ons op zondag hebben gewassen (beetje service mocht ook wel voor die prijs!) gaan we op pad naar Miranda. Een noodzakelijke stop om nog even wat eten in te slaan voordat we aan de 205 kilometer lange dirtroad MS419 beginnen. We vinden op iOverlander een kleine overnachtingsmogelijkheid bij een ecologisch project. Hoewel de locatie verkeerd staat aangegeven en de oorspronkelijke weg inmiddels niet meer in gebruik is, vinden we het na 3 x langsrijden toch nog. We worden hartelijk welkom geheten door de Zwitserse Miriam. Zij runt samen met haar Braziliaanse man deze ‘agroforestry garden’. Kortweg komt het erop neer dat ze met de natuurlijke vegetatie zelfvoorzienend proberen te zijn. Een interessant project! 

Wij genieten vooral van de omgeving, we wandelen 2 keer een ‘pad’ achter de camping en zien weer vele vogels, koeien en ook nog een aantal neusbeertjes die verstijfd blijven staan als ze bijna tegen ons opbotsen. Na een paar seconden zetten ze het toch maar op een lopen.

We bezoeken ook nog een verlaten uitkijktoren in de buurt. Hiervoor moeten we een stuk rijden over een onverharde weg en twijfelen we een paar keer of we wel goed gaan. Uitgerekend hier, op een plek waar je niet snel en zomaar terecht komt, komt er een camper ons tegemoet rijden. Het blijken Fransen te zijn en enigszins verbaasd volgt een kort en stroef gesprek. Zij waren op zoek naar een kampeerplek die inmiddels niet meer in gebruik blijkt te zijn. De uitkijktoren? Die hebben ze niet gezien. We volgen maar gewoon de weg en rijden er uiteindelijk vanzelf tegenaan. De toren geeft een mooi uitzicht over de Pantanal maar is dermate hoog dat er van dieren spotten geen sprake is. We verkennen de omgeving een beetje en die stelt gelukkig niet teleur. Wederom veel mooie vogels gespot, ook weer een toekan, maar weer geen foto. Hij verdwijnt in de bomen en we zien hem niet meer terug.
De volgende morgen willen we dan eindelijk aan de onverharde weg langs de Pantanal beginnen. We rijden uiteindelijk net iets later weg dan we hadden gewild maar we zien wel hoe ver we komen voordat het donker wordt. We hebben hoge verwachtingen van wat we allemaal zullen gaan zien en dat is nooit goed.

De eerste uren zijn saai. We spotten wat roofvogels maar niet iets wat we niet al gezien hebben. De weg is gelukkig redelijk in het begin en we vorderen langzaam op de weg met een maximum snelheid van 30 km/uur. 

Inmiddels vinden we het allemaal wat minder leuk worden. De weg wordt slechter, we zien nog steeds weinig en de concentratie vloeit weg. Op de weg letten en goed om je heen kijken om dieren te spotten is enorm vermoeiend. We balen steeds meer dat we deze weg zijn ingeslagen en de wasborden en gaten in de weg worden steeds erger. Inmiddels ligt de hele, maar dan ook echt de hele camper vol met rood stof. 

Maar wanneer wij de moed al opgeven en de weg vervloeken ziet Tom dan opeens een miereneter langs de weg! Wat is dat een vreemd dier zeg! Hij loopt sloom van de camper weg en verdwijnt in de struiken. Cool! Ondanks de slechte weg zit de spirit er al snel weer in. Niet veel later zien we ook een paar kaaimannen opwarmen in de zon. Sommige schrikken van de camper maar gelukkig blijven er ook een paar poseren voor een foto. 

We halen nog een paar Gauchos in die hun stieren verhuizen naar een ander stuk land en inmiddels lopen de capibara’s en wilde varkentjes regelmatig voor ons op de weg en zien we achter elkaar struisvogels en wat herten. 
En dan roept Margot hard “stop” en gaat Tom in de ankers. Hij denkt dat Margot een enorm gat in de weg ziet maar dan blijkt dat we eindelijk een foto kunnen maken van een toekan. De naam van deze vogel blijkt nogal een probleem te worden voor Margot. Steevast heeft ze het over “de pelikaan” of “Hey, daar ging weer een pelikaan”. Ze heeft zelfs niet meer door dat ze zich verspreekt. Tom is inmiddels gestopt met verbeteren ondanks dat hij weet dat het om een toekan gaat. Het blijft apart dat zo’n verspreking ergens in je hersenen geplant is en er niet meer uit wil.

Op onze app iOverlander zien we dat er 3 wildcamp plekken zijn aan deze weg. De eerste zijn we rond 11 uur al gepasseerd en de 2e lijken we niet te gaan halen voordat het donker is. 
We zoeken naar andere mogelijkheden en besluiten bij een fazenda te vragen of we daar op de oprit mogen overnachten. Tom loopt naar het gebouw toe en op deze fazenda blijkt een schooltje te staan om onderwijs te kunnen bieden aan kinderen van deze en omringende fazenda’s. 

Helaas durft de aanwezige docente geen toestemming te geven voor een overnachting op het privé terrein van de fazenda. We mogen wel buiten het hek langs de weg staan op een stuk grasveld. Tom loopt erheen om te checken of het hard genoeg is en stampt op zijn slippers door het veldje. De docente roept verschrikt een paar keer ‘perigroso cobra!’ maar we verstaan haar de eerste keren niet. Tom loopt terug naar de weg en dan begrijpen we pas wat de docente ons probeerde duidelijk te maken. Het grasveldje blijkt een cobraveld te zijn! En Tom maar lekker stampen op het gras. 

We besluiten hier toch maar niet te overnachten en nog wat kilometers te maken voordat het donker wordt. We vinden vast wel een goede plek. Na een aantal kilometers moeten we weer over 1 van de vele bruggetjes. Alleen het wegdek aan de andere kant bestaat uit metershoge bergen rode aarde, modder en water. We blijven vertwijfeld staan en spreken twee wandelende Brazilianen aan. 

Ze verzekeren ons dat we eroverheen kunnen als we rechts blijven en informeren ons over een karrenspoor aan de linkerkant dat we vanzelf moeten tegen komen. We overleggen even en besluiten ervoor te gaan, terug is geen optie. Tom geeft flink gas en Pietertje slipt en glijdt over de rode blubber. Onze hartslag zit hoog en net als we ons afvragen waar in godsnaam dat karrenspoor moet zitten, ziet Tom hem liggen en stuurt er resoluut naar toe. Gelukkig luistert Pietertje goed en denderen we een paar meter naar beneden de berm in. We volgen het spoor voor een kilometer en hopen dat we ergens fatsoenlijk weer terug de weg op kunnen. Aan het eind kunnen we inderdaad de weg weer op en hoewel die hier een stuk droger is treffen we dezelfde chaos aan. Hele hopen rode aarde en een enkel spoor om over te rijden aan de linkerkant. Rechts liep ook nog een spoortje maar om daar te komen moesten we door de opgestapelde aarde naast het spoor en dat was vanwege de hoogte ervan geen optie. Tot onze schrik zien we een vrachtwagen op hetzelfde spoor op ons afkomen. We blijven gas geven omdat we anders misschien stil komen te staan en zoeken naar mogelijkheden om rechts te gaan rijden. Die vinden we niet en we hopen maar dat de vrachtwagen opzij kan. We naderen elkaar steeds meer en dan opeens slaat de vrachtwagen rechtsaf naar een fazenda. We beginnen spontaan te lachen en beseffen ons heel goed hoeveel geluk we hier hadden. 

De weg transformeert weer tot een weg met gaten en wasborden en inmiddels begint het te schemeren. De opritten van de fazenda’s vinden we niet echt veilig gezien het vele vrachtverkeer en het gebrek aan verlichting. Dus besluiten we op een stuk verharde grond naast de weg, verscholen achter wat bosjes en naast een vijvertje te overnachten. Wanneer het donker intreedt begeven we ons maar niet meer buiten in verband met de kaaimannen, slangen en eventuele jaguars.

We slapen in de Pantanal en staan met de zon op. De vogels beginnen te kwetteren en de lucht kleurt roze. Wat mooi! We ontdekken nog voetsporen van een tapir naast onze camper en vervolgen onze weg. De rest van de route zien we nog een miereneter en ook nog een dood gordeldier op de weg. We zijn inmiddels de stoffige weg en de wasborden spuugzat en wanneer we in de verte een asfaltweg denken te zien geloven we het eigenlijk niet. Tot op het laatst denken we dat het een speling van het licht is zoals je soms water denkt te zien in de verte op de weg. Maar als we er al bijna op rijden zien we dat het toch echt een asfalt weg is en slaken we een zucht van verlichting.

Bij het eerste benzinestation besluiten we bij te komen van de rit en kan Margot eindelijk haar vader feliciteren met zijn verjaardag. De hele rit was er namelijk geen bereik. Het benzinestation bevalt ons goed, is gloednieuw met hele schone douches en een goed restaurant. We rijden niet verder en gaan de camper uitstoffen en afstoffen. Wat een ellende! In alle hoeken en gaten ligt stof en het duurt een hele dag om het van binnen weer een beetje bewoonbaar te maken. 

Al met al een heel avontuur deze route, maar daar kwamen we ook voor. Dus zouden we het opnieuw doen? Ja, zeker! Vindt Pietertje dat leuk? We denken van niet. Deze rit heeft hij weer overleeft maar we maken ons wel zorgen over de vering en het lostrillen van onderdelen. Maar deze zorgen zullen wel blijven.
De volgende dag rijden we door naar Chapada dos Guimarães. Het eerste deel vrezen we vooral de vele vrachtwagens die hier door de bestuurders naar snelheden en inhaalmanoeuvre worden gestuurd waar Max jaloers op zou zijn. 

Het tweede deel is rustiger met minder vrachtwagens, behalve die ene dan die de berg niet opkwam en stil ging staan midden in de bocht. Maar het tweede deel is ook niet onderhouden. De weg zit vol gaten, soms met een omvang waar een basketbal in past en soms zo gigantisch dat een mens erin kan liggen en je hem niet boven het wegdek zal zien uitsteken. 

Tom is inmiddels aardig bedreven in het ontwijken van die levensgevaarlijke gaten en stuurt er behendig omheen. Het is soms een soort Tetris of puzzel op de weg die je binnen een tijdslimiet moet zien op te lossen. Lukt het niet ben je dit keer niet af maar ligt je camper aan brokken. Gelukkig speelt Tom het level helemaal uit zonder levens te verspillen. 

Nou ja, toch 1 leven denken we. Wanneer Tom voor de zoveelste keer z’n banden zo probeert te positioneren dat hij het gat met beide banden kan ontwijken blijkt het wanneer we dichterbij komen geen gat te zijn. Het is een slang van 1,5 meter die Frogger speelt. Dat spelletje waarbij je tussen de voertuigen door de weg moet oversteken. Hij kronkelt krampachtig over de weg en komt moeizaam vooruit. Omdat hij net zichzelf naar voren toe beweegt denken we precies over de kop van de slang te rijden met onze rechterband. Hij overleeft het spelletje niet denken we.

Uiteindelijk komen we na een schitterende route richting het bergplateau aan in het dorp Chapada dos Guimarães. Het is net donker geworden en we vinden de camping al snel. Het is hier een grote chaos in verband met het bouwen van wat kamers en ook de krappe ingang en grote bomen maken het voor ons lastig om onze plek te bereiken. Uiteindelijk staan we en besluiten we al snel om hier een paar dagen te blijven en niks te doen.

Het is een fijn gezellig dorpje waar het wat minder heet is vanwege de hoogte. In de avond is er eindelijk wat reuring op straat en ook het even niks doen bevalt ons prima. 5 dagen vliegen voorbij en behalve een back-up maken van onze foto’s, verder schoonmaken en wat andere kleine klusjes doen we niet veel. Heerlijk! We bezoeken wel nog een paar watervallen met een mooi uitzicht op het bergplateau.

Inmiddels zitten we in Cuiabá in een hostel. Waarom? Dat lees je in ons volgende verslag!


Share by: